Vanmiddag was ik voor de zoveelste keer de poster van Murphy’s Law welke ik sinds enkele dagen in m’n werkruimte heb hangen aan het lezen.
Een van zijn laws blijft maar door m’n hoofd spoken: “Friends come and go, but enemies accumulate.”
Ik weet van mezelf dat ik geregeld de neiging heb vrienden weg te jagen.
Soms bewust, als ik ze echt zat ben. Vaak echter onbewust.
‘k heb het gevoel dat nu weer eens gedaan te hebben. Onbewust.
Hoe dat werkt? Simpel, door té aardig te zijn, té veel te willen doen, té veel m’n hulp aanbieden, té vaak vragen of iemand mee gaat iets leuks doen.
Vrienden zijn voor mij zo belangrijk, dat ik met name diegene waarvan ik denk dat ze echt goede vrienden zijn of zouden kunnen worden in een soort wurggreep neem, en m’n best wil doen om ze niet kwijt te raken. Ze te vriend te houden. Altijd voor ze klaar te staan. Ze duidelijk maken dat ze altijd met me mee mogen als ik iets leuks ga doen.
Dat ik daardoor meer verander in een soort stalker dan vriend zie ik altijd pas als in het te laat is…